Hoe overleef je de “Single Track-Roads”
Het rijden in Schotland is prachtig maar heeft ook een aantal stevige uitdagingen. Het is al een overwinning door op de weg te blijven rijden terwijl je geniet van het ruige landschap, de prachtige uitzichten, de mooie fjorden en de oude kastelen en ruïnes. Gelijktijdig moet je links rijden, wennen aan de afstand van je (huur)auto ten opzichte van bomen, struiken en obstakels in de linkerberm, schakelen met je linkerhand en rotondes “verkeerd” nemen. En als je achteruit wilt rijden en over je schouder wilt kijken moet je echt naar links draaien 🙂
Maar als niet-Schot moet je vooral wennen aan de zogenaamde “Single Track-Roads“. De noord- en westkant van Schotland is minder bewoond en daar zijn veel wegen zo smal dat je zelf een fietser niet in kunt halen of kunt laten passeren. Deze smalle wegen kunnen in drukke periodes en zeker in aanwezigheid van veel toeristen tot ergernis leiden. Want wie heeft er voorrang, wie moet wachten, waar stop je, etc etc. Daarom hieronder een aantal tips voor het rijden op de “Single Track Roads”
Tip 1 Passing Place
Om het passeren op Single Track-Roads toch mogelijk te maken hebben ze zogenaamde “Passing Places” aangelegd. Het woord zegt het al: Een plek om elkaar te passeren. Deze passeerhavens zijn (bijna) allemaal netjes aangegeven met bijbehorend bordjes (zie onder). Zie je in de verte een auto, motor of fiets aankomen en je bent dichtbij een passing place, dan blijf je daar wachten op je tegenliggers. Je blijft aan jouw kant van de weg.
De passing place is trouwens niet bedoeld om te parkeren!!
Tip 2 Groepsvorming
Omdat een passing place maar ruimte biedt aan 2 tot 3 auto’s is het niet verstandig om in groepen te rijden. Het is dan onmogelijk om tegenliggers te laten passeren bij een passeerhaven. Zorg dat er voldoende ruimte is tussen de auto’s en anticipeer goed op de bordjes en wat de voorgangers doen. Nog beter is om afzonderlijk te rijden en af te spreken op een van te voren vastgestelde bestemming. Dit geldt ook als je toevallig in een groep voertuigen terecht komt. Probeer ook dan afstand te bewaren en in te spelen op tegenliggers.
Tip 3 “Wild Life”
Je hebt grote kans om dieren tegen te komen op de single track-roads. Er lopen schapen en soms wat geiten te grazen langs de kant van de weg en ze kunnen plotseling oversteken (zie foto boven). Hetzelfde geldt voor de Schotse hooglanders hoewel je die in verhouding tot het aantal schapen niet veel zult zien.
Tip 4 Snelle bestuurders
Laat snellere bestuurders passeren door ze op een passing place de ruimte te geven. Schotten rijden op zich niet hard maar hebben soms meer haast dan de gemilde toerist die aan het genieten is van de omgeving. Merk je dat de bestuurder achter je sneller wil rijden, geef hem/haar dan de ruimte door je knipperlicht naar links te doen en te stoppen bij een passing place.
Tip 5 Omhoog/Omlaag
In de bergen krijgt een bestuurder die omhoog rijdt altijd voorrang op een bestuurder die naar beneden rijdt. Let bij het dalen dus goed op je tegenliggers en waar de passeerhavens zijn. Achteruitrijdend de berg op om een passeerhaven te zoeken is geen pretje.
Tip 6 Wegdek
De single track-roads zijn over het algemeen van matige kwaliteit. Kuilen, putten en gaten eventueel gevuld met water kom je veel tegen. Zowel op rechte stukken als midden in de haarspeldbochten. Maar de weg kan ook plots overgaan van asfalt in zand of grind. En grind of stenen op het asfalt is ook geen uitzondering. Blijf daarom goed opletten en pas je snelheid aan de omstandigheden aan.
Tip 7 Geniet
Neem vooral de tijd en geniet van het prachtige landschap. Er is zoveel te zien en zorg dat je bij het inplannen van je reis rekening houdt met een gemiddelde snelheid van 50 km per uur op de single track-roads. Een afstand van 250 km kost je dus 5 uur rijden plus alle stops.